O kind,
dat schreiend
op de wereld kwam.
Warm toegedraaid
in doeken,
tevreden ligt
te slapen.
Ik huiver als
ik er aan denk
hoe straks
jouw zuivere hart
moet lijden,
omdat jij zondeloos
je weg zult gaan
en zoveel niet
begrijpen zult.
En ik….je moeder,
sta erbij en kijk
naar je verdriet en pijn.
‘t Wegnemen
kan ik niet,
omdat ook ik
een zondaar ben.
Mijn hart zal bloeden,
vanwege ’t zwaard
dat elke keer
mijn hart doorboort.
 
O kind,
dat vreugde ook
zo’n pijn kan doen!
Ik bid.....
dat jouw Vader
jou omringen zal,
je nabij zal zijn
bij zoveel leed.