Kostbaarheden zijn U waardig
   want U werd een mensenkind
   en mijn hart wil nu gaan zoeken
   tot het de schat der wijzen vindt.

   Mijn goud geef ik U als Koning
   volkomen heilig, zuiver en rein
   want U verliet Uw heerlijkheid 
   om voor mij waardevast te zijn.

   Mijn wierook ontleen ik aan Uw
   priesterlijk welriekend leven
   en in de geur van het gebed
   wil ik mij aan U overgeven.

   Mijn mirre brengt mij bij Uw
   profetisch lijden tot de dood
   opdat U mij de verheuging
   genezing en ware liefde bood.

   Kostbaarheden zijn U waardig
   want ik werd een mensenkind
   dat slechts in Uw volle rijkdom
   de schat van eeuwig leven vindt.