Dat helder lichtje daar nog ver
		aan het einde van ons zicht
		het lokt ons als stralende ster
		waarop ons hopen is gericht
		er roept een stem, een zachte zang
		zo lieflijk als nooit op aard gehoord
		en over een weg nog duister en lang
		trekken wij naar die lichtschijn voort
		verwachten wij een heer met macht
		die vrede met zwaard komt brengen
		want wij kennen alleen aardse kracht
		aan die Heer met liefde en licht
		zullen wij nog moeten wennen.
 
                    
-