Nu zal het wel gauw gaan sneeuwen,
dan worden de wegen wit.
Dan rijden de drie kamelen,
waarop elk een koning zit.
Door een woestijn van eeuwen,
vol boosheid en gevit.


De herders liggen bij nachte,
te waken op het veld.
Bij hun schaapjes met witte vachten,
een engel heeft het hun verteld.
Dat Jezus niet langer kon wachten,
want de wereld moet hersteld.


Wat herders en koningen hopen,
het maakt geen verschil:
'Men kan het geluk niet kopen,
maar voor goede mensen een goede wil'. Gaat de hemel eenvoudig open,
en dan wordt alles stil.


Alleen wie het kwade begeren,
die mogen niet binnen gaan.
De hemel is daar voor wie leren,
de goedheid te verstaan.
Die de mensen door ons ontberen,
als wij hebben kwaad gedaan.


 Door een woestijn van eeuwen,
vol boosheid en gevit.
Rijden de drie kamelen,
waarop elk een koning zit.
Nu zal het wel gauw gaan sneeuwen,
en dan wordt de wereld wit.
 

Anton van Duinkerken: