We kunnen nu niet stil zijn en wat blijven zingen,
maar moeten opstaan en gaan zoeken naar het kind.
Wacht niet te lang, de tijd blijft dringen,
en kniel eerbiedig als je het eindelijk vindt.

Zeg dan: 'Heer hier zijn mijn beide handen,
ik wil u geven heel mijn angstig hart.
Laat in mijn ziel Uw grote liefde branden
zodat ik licht mag zijn in zorg en smart.

Dan zien we mensen met de pijn in de ogen,
de vluchtelingen krijgen bij ons zorg en rust,
en al wat ziek en oud is zal 'k gedogen
want in dit kind vind ik mijn liefde en rust.

We zeggen dan: Heer zegen heel ons leven,
we hebben U gezien en dat was voor ons feest.
Wil door mijn daden mensen liefde geven,
we zijn gaan staan en naar Uw stal geweest.'

Niets kan nu nog hetzelfde wezen,
want u geeft vrede, liefde, licht en glans.
U wil ook mijn onwillig hart genezen,
sta op... en ga... u krijgt nog steeds een kans.