Ik zie een stal een schamele woning.
Een plek die God verkozen heeft.
Hij zegt: kom, en laat je maar verwennen.
Want hier leeft vrede die God geeft.
Hij vraagt alleen een beetje van mijn leven.
Een beetje tijd voor zijn geschenk.
Dat Hij naar deze wereld heeft gezonden.
Ik word verlegen als ik eraan denk.

In gedachten zie ik die houten kribbe.
Waar God zijn geschenk in heeft gelegd.
Hij wil graag dat ik de tijd kan benutten.
Om te luisteren naar wat dit mij zegt.
Ik ben vaak nog druk met andere zaken.
Waardoor ik de tijd niet neem voor Hem.
Ik moet helaas te vaak afhaken.
Hoe hoor ik dan zijn liefdevolle stem?

Toch blijft het in mijn gedachten sluimeren.
Dat ik tekort schiet tegenover God.
Ik weet dat ik wat tijd zou moeten maken.
Om te genieten van zijn grote liefdesaanbod.
Hij zond zijn Zoon niet voor niets naar deze wereld.
Daarmee wil Hij zeggen hoeveel Hij om mij geeft.
De keus om tijd met Hem door te brengen.
Is aan mijzelf, Hij wil dat ik voor eeuwig met Hem leef.