U, Kind van Bethlehem, U heb ik lief (Advent 3)

Hier heeft de wereld altijd op gewacht,
het goede nieuws voor armen en gebukten,
bevrijding voor geketende verdrukten,
een luist'rend oor voor elke bange klacht,

de hoop voor hen die roepen in de nacht,
de diepe troost voor hen die nu nog treuren,
de vreugde van het wonderlijk gebeuren,
dat eens de vrede hier weer wordt gebracht,

Gezalfde Gods, maak ons uw woorden waar,
wij zijn de oorzaak van uw bitter lijden,
U, Davids Zoon, wil ons van schuld bevrijden
en leer ons dankend op de knieën gaan,

dan reizen wij met U naar 't vaderland,
daar klinkt de jubel van de vredesklokken,
daar wordt geen zwaard meer van de heup getrokken,
want daar gaan recht en liefde hand in hand,

dan zal de tempel op het rotsmassief
het centrum zijn van wie uw naam belijden,
dan klinkt het loflied van door U bevrijden:
U, Kind van Bethlehem, U heb ik lief.

 (Jes.61:1 t/m 3 en Jes.2:2 t/m 5)