Lieflijk kindje ligt teneer
miniatuur van onze Heer
in een kribbe tussen stro
spiegelbeeld van onze God

tien vingertjes, tien teentjes
en een kuiltje in Zijn beentje
heldere oogjes kijken rond
een melkmondje tuit: Mij dorst

in het hout van de warme kribbe huist
reeds het kille hout van Zijn zware Kruis
waar uit een liefdevolle mond zal klinken
Mij dorst ... azijn kreeg Hij te drinken

met Kerst ligt Hij nog in Zijn kribje neer
warm en zacht, kind zo klein en teer,
Hij die later voor onze zonden stierf
en door Pasen onze lossing verwierf