Waar God beloofde dat men vindt:
Bij 't pas-geboren Kind
En bij het hemels lied.
Is door het simpele gebaar
Der moeder, die haar boorling beurt,
De hele wereld niet gescheurd
In die van hier en die van daar?
Hier zijn de herders in de stal,
De wijzen met hun heldre ster,
Elk die, van dicht of ver,
Het Kind aanbidden zal.
Dáár is de koning op zijn troon,
De schriftgeleerden bij het boek,
De nijd, het ijdele gezoek,
De hoogmoed en de hoon.
Herodes troont in ieder mens
En maakt hem kindermoordenaar,
Streeft eens zijn dwaze heerszucht naar
Vervulling van haar wens.
In ieder echter waakt het kind,
In ieder wacht het zwijgend lied.
Zoek dus de lieve vrede niet
Waar gij de wroeging vindt.
Anton van Duinkerken
Uit de bundel Hart van Brabant (1930/1937)
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.