U loven wij om wie U bent,
U hebt ons in de nacht
ten diepste Heer tot ons gewend
een hemelhoog geschenk gebracht,
U kwam niet in een praalpaleis
waar niemand durfde binnengaan
maar koos voor eenvoud, lamsgewijs,
zo konden herders U verstaan
en verre wijzen lichtte U bij
met sterrenstralen in het duister,
zo meldde U kom maar bij Mij,
voeg je en warm je, proef mijn luister.

Niemand hoeft de Koning vrezen,
Vrede wilt U, brengt U ons,
Heer U kwam met heel Uw wezen
laat ons loven, nu terstond,
zoals herders die U prezen
op de terugweg naar het veld,
vol van vreugde, vol van Jezus
alles hebben doorverteld.
Heer wees hier ook in ons midden,
straal met Uw geboortelicht
als destijds op Uw geliefden
bidden wij, naar U gericht.