Mensen zwak in onvermogen,
pijn en duisternis alom,
zien de rijken naar de ogen,
roepen:'Jezus, kom o kom.'
Zie ons arme mens toch aan.
Heer wees met ons lot begaan.

Koning door het licht gedragen,
rechter die de wereld richt,
antwoordt op de vele vragen
in de duisternis ons licht.
Zie de wereld is in nood.
Overal loert onze dood.

Wolken door de wind gedreven,
vluchtend tussen bergen gloort.
Regentranen die met vlagen
heel de wereldrust verstoort.
Zie de onrust is enorm
mens en dier vergaan in storm.

Richter die toch eens zal komen
en het nieuwe licht ontsteekt,
eindpunt van de aardse dromen
geeft eens weer wat ons ontbreekt.
Zie de vrede die ons wacht,
't nieuwe licht in aardse nacht.

Heer, wij wachten op de morgen,
onze zwakheid is Uw kracht.
Blijf niet lang voor ons verborgen,
'heel Uw schepping zucht en wacht.
Zie de mens zo zwak en teer.
Kom toch met Uw vrede Heer.