Zwaar leunend
kwam zij
aangestrompeld,
haar
kromgegroeide benen
droegen een
ineengeschrompeld
lichaam,
uit haar ogen
was het licht verdwenen,

haar naam was:
gehandicapte,

zwaar steunend stond zij stil,
vóór in de kerk
en met gebarsten stem
zong zij haar lied
voor Hem,
die alle dingen
nieuw maakt,
de hemel en de aarde,

haar naam was:
kind van God!