Daar ging Hij,
Vaders Kind,
die donkere wereld in,
met enkel tegenwind.
Hoe moeilijk was
Zijn pad,
Ver van die
Gouden stad.
Voor hem geen
eigen huis.
Maar wel een
houten Kruis.
Zie toch,
die Man
van Smarten,
die woont in
onze harten.
Was Hij
toen niet gegaan,
we waren
ten onder gegaan.