Jezus, werd gevangen, verhoord,
ik stond daar net als Petrus,
mij te verwarmen, onverstoord.
U hoort toch ook bij Hem,
was daar de eerste maal de vraag?
Nou, nee zei ik, het klonk te graag.

En U, bleef maar zwijgen,
jij behoort toch ook bij Hem,
was de tweede maal een stem?
Ik ken die man echt niet,
volgens mij is het een ander,
waar u mij voor aanziet.

De derde maal, werd 't moeilijk,
weer werd de vraag gesteld,
weer antwoordde ik ontkennend.
En toen kraaide de haan,
en U keerde zich om naar mij,
keek mij zeer bedroefd aan .