Nee, 't waren niet de nagels door Zijn handen,
ook niet de lichaamspijnen die Hij leed.
't Was niet de kruisiging op zich, de schande,
't was zélfs de doodsstrijd niet, die Hij doorstreed.

Maar 't was de schúld, die Hij, de schuldeloze,
van heel de mensheid op Zijn schouders droeg.
Díe zondenlast, de werken van de boze....
Dát was de dodelijke angst, die Hem versloeg.

Was 't door die schúld, dat God Hem moest verlaten;
dat Hij in eenzaamheid Zijn lijden droeg?
Het Zoon-zijn van de Vader mocht niet baten,
totdat de Vader zei: Het is genoeg.

En zo stierf Hij. In volle overgave.
Vader, in Uw hand leg ik nu mijn geest.
Zijn lichaam was geteisterd en gehavend:
Het offer dat Hij bracht - dat óns geneest.
Jelly Verwaal

uit: "Leven van dag tot dag"