Met doornentakken gekroond,
het koningskleed bebloed.
Gehaat en gehoond
de kroning tegemoet.

Verhoogd en bespot,
eenzaam en alleen.
verlaten door God
ging Jezus voor ons heen.

Het leven gegeven,
verhoogd zonder troon.
Is dit een gegeven
van Vader en Zoon?

Gekust door de morgen,
gekroond door het licht.
Bij de Vader geborgen,
het graf niet meer dicht.

Jezus voor eeuwig de koning
die ons wacht in 't paleis.
Straks ook onze woning
na de aardse reis.