Vandaag is alles klein. Niets groots
mag erin. God heeft de stoppen losgedraaid.
Een beduimelde vrede op de aarde losgelaten.

Enkel wat zonderlingen veel te vroeg op pad.
Diep voorovergebogen duwen zij tegen de leegte
in de straat, tegen de vragen die hen kwellen.

Hij?...Wanneer dan wel?...Deze.
Geen andere vragen. Het is de naam
die opnieuw verwarring sticht.
De ware toedracht blijft verborgen.

Boven hun hoofden heeft de wind de wolken
weggemaaid. Ook de engelen moeten staan
vandaag. In eindeloze rijen. Duwend
en zwetend in hun jacht op de laatste
restjes: hamsterwoede voor de dag van morgen.


L.F. Rosen
(uit: 'Brandhaarden', G.A. van Oorschot, Amsterdam 2001)