Je gebruikt nu wel grote woorden,
maar je beseft nu nog niet,
je zult mij verloochenen,
dat doet Mij veel verdriet.

Als Ik daar straks voor het
sanhedrin terecht zal staan,
dan wil je Mij niet kennen
en dan kraait er een haan.

Petrus, Ik heb voor je gebeden
dat je mag blijven geloven,
Ik zal je niet vergeten de deur
staat voor jou ook open.