Jezus, die daar hangt aan het kruis,
terwijl de soldaten dobbelen om Zijn klederen,
ziet Hij daar zijn moeder staan, ondanks dat ze Hem vernederen.
Zijn moeder, die zo te horen: is zonder thuis.

Maria staat daar met Johannes aan de kruisvoet
en Jezus zegt: Vrouw, zie uw zoon.
Hij zegt vrouw en niet eens moeder, is dat haar loon,
dat ze Hem gebaard heeft en opgevoed?

Is dat van de Heere Jezus niet erg hard?
Doet Hij hier niet erg zeer: Moeders hart?
Ze heeft bij dit alles al zoveel smart
en wat zal satan haar hebben getart!

Maar Jezus is ook over haar bewogen.
Hoor maar, als Hij tegen Johannes zegt:
Zie uw moeder en van toen af, waren Johannes ogen
niet meer van Maria af en kwam zij in zijn huis terecht.

Ook Maria had meer nodig als dit haar kind.
Ook zij had nodig: Dè Zaligmaker.
Die ziet ze hier nu hangen, wat ze ook op haar hart bindt!
Zij weet: Ook ik ben hiervan een veroorzaker.

                          (n.a.v. het tweede kruiswoord)