aan Babel's stromen, daar zaten wij
we waren in dat land gekomen
we weenden, vreugde was er niet bij
we waren uit Sion weggenomen

en zie, hier zijn wel wilgenbomen
waaraan we onze citers hangen
maar tot een lied zal het niet komen
hier komt het niet tot lofgezangen

zingt ons een van Sion's gezangen
we vragen u, vreugde te geven;
hoe kunt u dat van ons verlangen
die hier als gevangenen leven

niet op vreemde maar op eigen grond
willen wij voor de Heere zingen
waar de tempel van God staat en stond
waar priesterkoren ons omringen

Jerusalem, ik vergeet u niet
hoe zou ik u kunnen vergeten
binnen u zing ik voor God mijn lied
met allen die van Uw Naam weten

Jerusalem, door God verkoren
de Stad der Steden, een eeuwig feest
voor allen die naar God's stem horen
waar God's tempel is en is geweest

om daar de lof van God te zingen
in Sion's Stad, in Jerusalem
voor Hem, de Heer van alle dingen,
daar verhef ik met vreugde mijn stem

bij : Psalm 137 , 1 - 7