Avondrood

Het loflied van een merel klinkt
Als de zon achter de einder zinkt,
Het water van de zeeën raakt,
Haar dagelijkse schijnen staakt.
 
De hemel kleurt in rode tinten,
Nevelstrepen, gouden linten.
Gebruis van golven aan het strand.
Een spel van water en het land.
 
Creatie van een slotakkoord,
Waar geen wanklank wordt gehoord.
Wie toch voert d' eeuwige regie
In die eindeloze symfonie?
 
Een compositie zonder weerga.
Van de alfa tot de omega.
Harmonie tussen hemel en aarde,
Die God tot heden toe bewaarde.