Ook al gaan wij gebukt
door zorg en tegenslagen.
Al ga ik door een tranendal,
altijd komt er hulp op dagen.

Gelijk een duif in 't prachtig wit,
door 't hoge luchtruim vliedt,
is zij in groot gevaar,
als zij een slechtvalk ziet.

De mooie witte duif,
kan met haar schoonheid pralen,
maar door de klauwen van de valk,
zal zij niet de avond halen.

Gevaren volgen onze jaren,
er is altijd hoop en licht.
De duif die haar eigen redding zocht.
Bij ons is 't oog op God gericht.

Ik dank u trouwe Vader,
dat U door Jezus op ons ziet,
dat wij U alles mogen vragen,
en ons alleen het goede biedt.

Ik dank U Vader,
ook voor kleine dingen.
Dat ik 's morgens wakker wordt
en de vogels weer hoor zingen.