Hij, Die zal zijn, Die was, en Die is
Hij heeft aarde en hemel geschapen
hemelse gewesten, vol van licht
met sterrenstelsels, met zon en maan
in gouden licht, niet in duisternis;
langs vaste banen, en rechtschapen
gaan zij hun weg voor God’s aangezicht
zo heeft Hij ‘t bepaald, zo zal het gaan.
Zie de schoonheid van de aarde aan:
heuvels, vlakten, bergen en dalen
oceanen, zeeën en meren
rivieren en beekjes die stromen
die rondom akkers en weiden gaan,
het wordt bezongen, vele malen
in het boek van de Heer der Heeren;
’t is alles uit Zijn hand gekomen.
Hoe mooi zijn de wouden en weiden
bomen, en bloemen op de velden
de akkers met al haar gewassen
de vele dieren hier op aarde
die zich in God’s schepping verblijden
man, vrouw en kind, die Zijn lof melden,
God’s grootheid zal ieder verrassen;
het is voor God van grote waarde.
Naar het oosten richtte God Zijn oog
en maakte er de lusthof Eden
het paradijs, de Hof der Hoven,
in grote schoonheid en heerlijkheid
lag die daar onder de wolkenboog
gereed gemaakt om in te treden
en daar Zijn Grote Naam te loven
in de tijd en in de eeuwigheid.
In die hof zijn bloemen en bomen
in grote tooi en verscheidenheid
en met vruchten om van te leven,
in de hof ontsprong er een rivier
die zich daar splitste in vier stromen:
vier rivieren, elk met heerlijkheid
Eufraat en Tigris staan beschreven
Pison en Gichon, ook die staan hier.
Er zijn twee bijzondere bomen
in het midden van de hof gezet:
de boom des levens, de levensboom,
de boom van kennis van goed en kwaad
aan die boom moet men maar niet komen
dat brengt de dood waarvan niemand redt;
maar zie, in ‘t midden, niet aan de zoom
de boom die voor de eeuwigheid staat:
De boom des levens, door God geplant
neem die vrucht, ge zult eeuwig leven
rentmeester zult ge zijn in de hof
en voor Mij de gaarde beheren;
aan Eden heb Ik Mijn hart verpand
hier wil Ik zijn, hier Mijn gunst geven
Ik geef uw hart rust, vrede en lof
Ik ben Uw God, de Heer der Heeren
Hoe schoon is Eden’s Hof gelegen,
mogen ook wij er worden gebracht
om voor God’s aangezicht te leven
en zo met Hem om te mogen gaan,
van eeuwigheid zijn ’s Heeren wegen,
aan de Heer was en is alle macht
Hij heeft het paradijs gegeven
Heer, mogen wij daar rondom U staan.
bij: Genesis 1 en 2; Openbaring 21 en 22.
De gaarde Eden
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Lof en Aanbidding
- Hits: 454
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.