Zo vol van klank en schone melodie
vanaf de hoogste tak der eikenkruinen
in bos of park dan wel in menig tuinen
een kleine vogel zingend gelijk poëzie.

Verscholen tussen ‘t dichte groene blad
door mensenogen bijna niet gevonden
vertelt hij blij en vrolijk onomwonden
wie hem zijn stem en lied gegeven had.

Nu sluit ik d' ogen als ik hem weer hoor
en dank de Heer die alles schiep en leerde
dat Hij die vogel nooit uit ’t oog verloor,

die door zijn zangen Hem steeds vereerde.
Hoe menigmaal is nog die zang te horen
in eik of beuk en vele vogelkoren.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment