De eeuwigheid omvat de aardse tijd
met daarbij het herstel der dingen
dat was door Hem bepaald in eeuwigheid
door Hem de Heer Wiens lof wij zingen.

Aarde en hemel, looft en prijst de Heer
rivier en meer, klapt in de handen
flora en fauna: zingt Hem eens te meer
met bewoners van alle landen.

Want de Heer komt met engelenmachten
en Hij herstelt dan Zelf alle dingen
Hij komt weer, met heerlijkheid en krachten.

Het ganse heelal kijkt met verblijden
uit naar Uw komst, Heer van alle dingen,
in Uw handen zijn ook onze tijden.

bij Psalm 96 : 11 - 13;
en Psalm 98 : 4 - 9