Gods boodschappers zaten gevangen:
gegeseld, handen en voeten gebonden.
Welk lot brachten komende stonden?
Nooit meer naar buiten? Ten dode gehangen?

Paulus en Silas hadden het verlangen,
ondanks zorgen en pijnlijke wonden
in de kerker hun Heer te verkonden,
wekten de nacht op met blijde gezangen.

Trots tegenslagen, wanhoop en gevaar
de Hemelvader aanroepen en loven
is heldhaftig, maar onnoemelijk zwaar.

Het sterke, standvastige geloven
toont zich bij beproeving onloochenbaar:
door woestheid omringde bloeiende hoven.