U komt toe alle eer en glorie,
ja, voor al wat ik om mij heen zie.
U bent Schepper van hemel en aarde;
U bent God Die Zich openbaarde.
'k Prijs U, o Heer,
keer op keer.
Heer, ik aanbid
U, er is geen god gelijk aan U.
U, God, bezit
mij, ik behoor U.

Vader, God, ik wil U aanbidden.
In de kerk bent U in ons midden.
Jezus, Zoon van de Allerhoogste,
U verlost mij van den boze.
'k Prijs U, o Heer,
keer op keer.
Heer, ik aanbid
U, er is geen god gelijk aan U.
U, God, bezit
mij, ik behoor U.



(mel.: Heer, Uw licht en Uw liefde schijnen [Opw.])