wij waren in de Hof van Eden
een gaarde van zeer grote schoonheid
bedoeld voor ons: in eeuwigheden
mogen zijn in God' s aanwezigheid

om te delen in Zijn heerlijkheid
met grote vreugd' Zijn lof te zingen
waar Hij eeuwig heil ons heeft bereid
en waar engelen ons omringen

onze schuld heeft het teloor doen gaan
verleiding kwam naar onze oren
we zijn met God's vijand mee gegaan
zo ging het paradijs verloren

tot het herstel van alle dingen
want ook dat ligt vast in eeuwigheid:
in Eden zullen wij weer zingen
dat heeft God voor ons Zelf toebereid

de Heer is naar Moria gegaan
Hij ging voor ons door Salem' s straten
op Paasmorgen is Hij opgestaan
Hij zal de Zijnen nooit verlaten:

Hij brengt ons terug naar Eden's Hof
met bomen, bloemen en rivieren
en eeuwig zingen daar God's lof
eng'len en mensen die het vieren:

de Heer is Koning in eeuwigheid
Hij wil aan ons Zijn gunst betonen:
Hij heeft ons van alle schuld bevrijd
wij mogen eeuwig bij Hem wonen

bij : paradise regained,
John Milton. 1671