Ze houdt van hem. Natuurlijk
zou ze alles willen geven. Echt!
Maar ze is zo moe, zo moe.

Ze zorgt voor hem. Natuurlijk
wil ze zijn last verlichten. Echt!
Maar het is teveel, teveel.

Dat haar liefde de strijd ging verliezen
van de plicht om dagelijks te zorgen.
Waar vindt ze troost? Bij wie was zij geborgen?
Hoe kon ze toch elke dag weer voor hem kiezen?

Ze pakt zijn hand. Natuurlijk
wil ze die blijven strelen. Echt!
Maar ze kan niet meer. Nee.

Zij leest een woord. Genade
zal in de zwakheid werken. Echt!
Ze vindt weer nieuwe kracht.

Om haar liefde de strijd te laten winnen
van de plicht zich dagelijks te geven.
Er lag zoveel troost in die woorden van leven
dat zij weer wist met wie ze de dag kon beginnen.