Hij was een harde werker
diep gelovig, ijzersterk
vriendelijk en behulpzaam
nooit een ziekte, trouw ter kerk.

Hij werd als een sterke boom
met bruut geweld
door een nare ziekte
als riet geknakt, als boom geveld.

Zijn levenssappen vloeiden langzaam weg
zijn leven werd een ondergaande zon
hij was aan 't einde van zijn krachten
Gods vertrouwen was zijn levensbron.

Aan 't einde van zijn leven
deed hij zijn ogen dicht
een knik, een laatste groet
alles om hem heen werd licht.

Alles was volmaakt en goed
er was voor hem een plaats bereid
hij is opgenomen
in Gods heerlijkheid.

Twee en een half jaar geleden kreeg een goede
bekende te horen: "Een ongeneeslijke ziekte, wij
kunnen weinig voor u doen".  Vol goede moed begon
hij aan een ander leven.  Hij dankte God voor elke dag
die hij er bij kreeg, en dat hij geen pijn had.  De laatste
2 weken van zijn leven ging het snel bergafwaarts. Vol
Godsvertrouwen keerde hij terug naar zijn Schepper.
Een moedig man ging heen.