Waarom, mijn ziel, ben je nog ongerust?
Kruip snel uit bed en zet de luiken open.
Hoog tijd nu om de mouwen op te stropen.
Er staat een goede wind, richting de kust.

Je zult de haven zeker binnenlopen
als je de zeilen spant – als je bewust
besluit: ik blijf niet langer uitgeblust.
Ik kies ervoor actief op God te hopen.

De zee kan ruw zijn en vol tegenstromen.
Soms word je door de golven meegenomen
en lijken alle bakens uitgedoofd.

Bied elke moeite welgemoed het hoofd.
God heeft gezegd dat je erdoor zult komen.
Hij stuurt het schip van ieder die gelooft.