Als 'k mijn ogen richt naar boven
en aanschouw het wond're pad
dat mijn Heiland heeft gewandeld
hoe Hij ons heeft liefgehad,
hoe Hij in Zijn lijdend strijden
voor Zijn haters' vrijspraak bad,
hoe Hij daar - door pijn verkrompen -
zelfs de minsten niet vergat.

Als 'k mijn ogen richt naar boven
denkend aan de hemelschat,
hoe ik eens met Hem zal wand'len
door die wonderschone stad,
hoe Hij eens voor eeuwig troostend
liefdevol mijn handen vat
omdat Hij daar op die heuvel
ook voor mij om vrijspraak bad.

Als 'k mijn ogen richt naar boven
en aanschouw het wond're pad
dat mijn Heiland heeft gewandeld
hoe Hij mij heeft liefgehad,
kan 'k wel juichen van verlichting
maar wanneer 'k dan voor Hem kniel
prevel 'k slechts de zachte klanken:
Dank voor 't redden van mijn ziel.

Te zingen op de melodie van:
Welk een Vriend is onze jezus