'k Hield vast omsloten in mijn hand een schone edelsteen;
zo zuiver en zo schitterend vond ik er nimmer één.
Het was mijn eigendom, mijn schat, geschenk van God de Heer,
Geen ander die 't bewaken zou, zo liefdevol en teer.
Doch zie - daar vroeg op zekere dag de Meester mijn juweel...
Ik smeekte Hem: "Ach Vader nee, dat is toch veel teveel!"
Toen sprak de Meester zacht tot mij: "Ik doe 't uit liefde, kind,
Opdat gij eenmaal in mijn kroon het schoner weder vindt."
"Ach Meester,
't is mijn grootste schat,
ik zal er trouw voor zorgen Heer,
met liefdevolle hand."
Kind dat weet ik",
Ik zie toch hoe je lijdt,
maar hier is het veilig
tot in eeuwigheid.
En waar uw dierbaar kleinnood is, daar zal uw hart ook zijn,
uw schat is u slechts voorgegaan en straalt in zonneschijn".
God sprak - mij trof een diepe blik vol deernis, mild en zacht
toen heeft Hij stil mijn kostb're schat in veiligheid gebracht.
In 't vale, bleke morgenlicht, stond ik, verblind van smart
en drukte toen de lege doos zacht - schreiend aan mijn hart.
Toch sprak ik: "Meester ik vertrouw op uw onfeilbaar Woord:
ik weet dat nu mijn liefst bezit ons beiden toebehoort.
Gedicht, onbekende auteur en bewerkt door Peter Smit
Muziek: Peter Smit
Het Uwe en het mijne
- Details
- Geschreven door: Smit, Peter
- Categorie: Muziek
- Hits: 19431
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.