Met heel uw hart veroordeelt U het kwaad
dat wordt gedaan door wie uw naam verachten.
Ik huiver bij wat mij voor ogen staat,
die angst bezorgt mij slapeloze nachten.
Ik heb U lief; wie in uw wegen gaat,
mag altijd zegen op zijn weg verwachten.

U weet, Heer, wat ik doe en heb gedaan,
geef mij niet over aan wie mij verdrukken.
Als U mij vasthoudt zal ik veilig gaan,
hun boze plannen zullen dan mislukken.
De schandvlekken zullen te schande staan,
de wrange vruchten van hun daden plukken.

U heeft uw woorden in mijn hart gelegd,
daardoor verlang ik steeds met U te leven.
Toon mij uw trouw, genade en uw recht,
geef inzicht in uw woord aan mij gegeven.
Laat mij begrijpen wat U tot mij zegt,
laat dag aan dag uw woord in mij herleven.

Grijp in mijn God, het is de hoogste tijd,
op heel de aarde wordt uw wet geschonden.
Maar ik wil U, mijn trouwe God, nooit kwijt,
ik mijd het pad dat vol is van de zonde.
Ik heb, al wat er blinkt en glanst ten spijt,
mijn rust geheel en al in U gevonden.

Al wat U zegt, wat vast en zeker is,
ervaar ik als een wonder in mijn leven.
Uw open woord zal al wat donker is
verdrijven, want uw licht zal ons omgeven.
Wij delen in uw groot geheimenis,
dat U in woord en daad heeft uitgeschreven.

Zoals een hert naar helder water smacht,
zo hunkert heel mijn hart naar uw bevelen.
Geef antwoord Heer, ik luister dag en nacht,
ik wil zo graag in uw genade delen.
Dan zal ik vrolijk leven door uw kracht,
dankbaar voor U op harp en citer spelen.

Als U mij voorgaat, Heer, verdwaal ik niet,
laten wie kwaad doen mij niet onderdrukken.
Bestraal mij met uw licht, zie mijn verdriet,
de bozen willen zich voor U niet bukken.
Laat mij maar leven naar wat U gebiedt,
maar laat hun plannen grandioos mislukken.

Rechtvaardig bent U in uw wijs beleid,
van jongs af aan heb ik dat mogen weten.
Ik sta voor U in brand, uw majesteit
hemel ik op als dwazen U vergeten.
U toont uw liefde en betrouwbaarheid,
geen mens zal ooit zich met U kunnen meten.

Al wat U goed en nodig voor mij vindt
heeft U voor altijd voor mij opgeschreven.
Wie het met U wil wagen, Heer, die wint,
U bent de weg, de waarheid en het leven.
Hoe klein, verachtelijk een mensenkind
mag zijn; U wilt hem al uw liefde geven.

Al ben ik bang en lig ik onder vuur,
uw levend woord, uw wet, zal voor mij stralen.
Ik weet: met U spring ik over een muur,
daar zal ik al mijn moed en kracht uit halen.
Want zonder U heb ik noch rust, noch duur,
alleen door U kan ik vrij ademhalen.

Ik roep U aan, ik ben in grote nood,
ik ben in alles U toch trouw gebleven?
Geef antwoord, want mijn angst is levensgroot,
ik leef voor U, wil mij dan uitkomst geven.
Uw wet, Heer, is mijn water en mijn brood,
U geeft mij die als teerkost voor mijn leven.

Melodie:  Ps  119