Troost, troost Mijn volk, zegt God, uw Heere,
bemoedig Salem, spreek haar aan,
dat God voor eens het tij zal keren,
haar strijd voorbij, haar schuld voldaan.
Wie eenmaal straf gekregen heeft,
krijgt daarna zegen, die God geeft.

Dan klinkt een stem: " Baan voor de Heere
een vlakke weg door de woestijn.
God zal Zijn glorie proclameren,
elk schepsel zal getuige zijn.
De bergen worden dan geslecht
en kromme paden zijn weer recht."

Een stem zegt dat ik moet gaan spreken
over de broosheid van een man:
zoals een bloemensteel kan breken,
zoals het gras verdorren kan.
Al loopt ons alles uit de hand,
het woord van God houdt eeuwig stand.

Verkondig nu de goede tijding
dat God, de Heere, komt met kracht.
Met sterke hand neemt Hij de leiding,
Hij heeft Zijn loon zelf meegebracht.
Hij is het die Zijn kudde weidt
en lammeren voorzichtig leidt.

melodie LvdK 429