In de wolken opgenomen
nam U afscheid hier op aard',
om daar straks weer terug te komen
eender als die hemelvaart.
Maar dan zult U nederdalen
als de Koning van 't heelal,
om de Zijnen Thuis te halen
uit dit aardse tranendal.

Vol verwachting zullen blikken
zich dan richten op Uw licht.
Ja, zij zullen - amen - knikken
voor Uw Godd'lijk Aangezicht.
't Boek der boeken wordt ontsloten
door de Sleutel van weleer.
's Heren liefde wordt vergoten
aan hen knielend voor U neer.

Wat een vreugde zal dat wezen
op die wonderlijke dag,
waar de dood uit stof herrezen
mede voor U juichen mag.
Zielen zullen zich omgorden
in vertrouwen op Uw Woord,
om opnieuw bekleed te worden
daar aan 's Heren hemelpoort.

Dood en leven wordt herenigd,
Koninkrijken opgericht,
om te zingen, saamverenigd
voor Uw glansrijk Aangezicht.
Amen Heer, ja U zult komen
om te rechten heel de aard',
daar waar 't volk wordt opgenomen,
eender als die hemelvaart.

Te zingen op de melodie van: Welk een Vriend is onze Jezus.
( Liednr. 150 Joh. de Heer )