Zing, al is het onder tranen,
zing, als droef’nis je bezwaart.
het zal nieuwe wegen banen,
waarop je weer kracht ervaart.

Zing, tot het de hemel opent
en je zoveel moed verkrijgt,
dat je opgericht en hopend
weer de levensberg bestijgt.

Zing, al zijn het enk’le zinnen.
God hoort graag een kinderstem.
Zing, als het zo stormt van binnen.
Zing een jubellied voor Hem.

En als klanken soms verstillen,
dan zing ik voor jou een wijs
die je hart weer blij laat trillen
en verlicht je levensreis.