Heer Jezus bezat een zeer groot goed,
Een vredig onzelfzuchtig gemoed,
Tederheid en liefde bij al wat Hij deed,

Lankmoedigheid, deemoedigheid,
Innemendheid samengesmeed.
Charisma zat Hem in het bloed.
Hij gaf de juiste, helderst klinkende
Toon aan, de zuiverste melodie,

Door de volmaakte harmonie van Zijn
Edele en waarachtige kenmerken.
Roemvol, lùisterrijk waren Zijn

Wonderbaarlijke verlossingswerken.
Eclatant was Zijn geschenk van vergiffenis,
Relevant het wonder van Zijn verrijzenis.
Een glorieuze aura maakte Hem dat onvolprezen
Licht van zulk een wondere pracht in
De donkerheid van onze uitzichtloze nacht.


Joh. 8 : 12