Vader, nee, het is geen offer
wat mijn lichaam laten moest.
Nooit meer lopen, nooit meer zwemmen;
spieren lijken vastgeroest.
Een ongeluk kent een seconde,
maar dat is geen tijd  voor U.
Ik heb mezelf niet opgeofferd,
Heer, die woorden zijn te cru.
 
Slachtoffer noemen ze je toch
als je leven drastisch omkeert,
als het altijd weten zal:
verkeerd was het verkeer, verkeerd.
Maar een slachtoffer is toch dood?
Ik ben toch, Heer, een blijk van leven
Als lijk Heer, had ik immers niet
deze regels opgeschreven!