Als ik op deze aarde een God mocht wezen,
hoefden mensen nergens voor te vrezen,
er zou geen oorlog of ziekte zijn,
en zeker geen verdriet en pijn.
 
Ik zal het beter dan God weten,
iedereen kreeg voldoende te eten,
alle mensen zullen  gelukkig leven,
en men zal de naaste het zijne geven.
 
 
 
We mogen God geen verwijten maken,
wij hielden ons niet aan de afspraken,
wij hebben van die ene boom gegeten,
en konden het Paradijs toen vergeten.
 
Hij heeft een nieuwe hemel en aarde beloofd,
voor een ieder die in Hem gelooft,
mag eenmaal bij Hem thuiskomen,
om voor eeuwig bij de Vader te wonen.