Hoort toch het schreeuwen, hemelsbreed.
Uiting van verdriet, van pijn en leed.
Losgeslagen geesten uit de hel
Zaaien wanhoop, kommer, kwel
Roepen op tot haat en nijd,
Tot chaos, moord en strijd.
 
Ziet toch wat op aard gebeurt.
Miljoenen levens ruw verscheurd.
't Bestaan door onrecht zwaar gekweld,
Waarheid aan ontkrachting blootgesteld.
Misdaad stijgt alom ten top.
Rechtspraak roept veel vragen op.
 
Als belang steeds draait om geld
Wordt een leven niet geteld
En worden zeeën bloed vergoten.
Miljarden moordtuig wordt verschoten,
In een wereld met gebrek op menig vlak,
Aan voedsel, water, onderdak.
 
De volken zullen Sara's kindren haten,
En om zilverlingen hen verlaten
In de finale van het boos bestel.
Met 't eind in zicht van Satans spel
Verkeert de mens in angst en zorgen,
Maar mag uitzien naar de Grote Morgen.
 
Want eenmaal onder Gods bestuur
Ligt Israël nooit meer onder vuur.
Zoals het Woord reeds heeft voorzegd,
Wordt alsdan het pleit beslecht.
Dan zullen de bazuinen schallen,
Als welkomstgroet aan duizendtallen.
 
Wanhoopt niet, maar hebt vertrouwen
In de Heer die wij aanschouwen
Als Hij Zijn belofte nakomt
En de stem van 't kwaad verstomt.
Tot aan der werelds laatste dagen,
Heeft God in ons een welbehagen.