Gevlucht van huis en haard verdreven,
niet wetend hoe het verder moet in het leven,
het verdriet is van de gezichten af te lezen,
maar ook dankbaar om nu in een veilig land te wezen.

De beelden staan op een netvlies gebrand,
wat blijft er nog over van hun land,
mannen die vechten en de hoop niet opgeven,
en mannen die hun leven tot in de dood geven.

Moeders en kinderen die nu veilig zijn,
maar wat doet het hen verdriet en pijn,
want ze weten van de Oekraïne in nood,
en vele familieleden en vrienden zijn al gedood.

We heten ze welkom in ons Nederland,
en we reiken hen dan ook de hand,
we staan ook biddend om hen heen,
dat ze mogen weten we staan niet alleen.