De pijnbaan gaat nog steeds haar gang,
hoewel zij toch leek uitgestorven
vervult zij voor Gods volk nog levenslang
het noodrantsoen in korven.

En afgesloten voor het beest
reist het nog voort door alle landen.
Gehaat, veracht, gevreesd
blijft het in mensenharten branden.

O staat de nare droom nooit stil
en blijft haar mager beeld verblinden.
Zo buiten onze eigen wil
zal zij de levenden verslinden.

Zij vlindert de syndromen
en voert de beelden af en aan,
van stervenden en doden omgekomen
en levenden zonder bestaan.

Zo blijft het spoor steeds vragen:
Waarom toch weer de nacht?'
De kinderen die sterren dragen,
zij worden na-geslacht.