Hij zat in de oorlog ondergedoken,
	vanwege zijn rol in 't verzet
	Zelden heeft hij er over gesproken,
	al had hij ook mensen gered. 
	Die man, die daarbij zijn leven riskeerde.
	vocht in harde en bloedige strijd.
	Waarna het hem aan de hulp ontbeerde
	nadat ons land was bevrijd.
	Soms heeft hij fikse woedeaanvallen
	soms raakt de man in  paniek,
	als met oudjaar het vuurwerk gaat knallen.
	Zijn angsten, die maken hem ziek.
	's Nachts  ligt hij dan vaak urenlang wakker
	of  heeft de man een angstige droom
	Over dat schot, zijn gesneuvelde makker.
	De man heeft een oorlogssyndroom.
	Hij kan de oorlog niet goed verwerken
	En doet zijn vrouw extra lief,
	dan laat hij zijn ware gevoelens niet merken.
	Het maakt hem juist flink agressief.
	Steeds weer opnieuw zijn angst herbeleven
	dat  maakt de man steeds weer horendol.
	Hij vroeg aan God om hem rust terug te geven
	want dit hield hij niet langer vol.
	Al voelde die man zich door God begenadigd, 
	oorlog maakt zoveel kapot.
	Oorlog vernietigt, oorlog beschadigt
	Dus vraagt hij zich af: 'Waar is God?'
	Maar juist in de strijd had hij God altijd nodig
	leek God ver weg, maar was juist nabij
	De vraag om rust was dus niet overbodig
	Ooit dan maakt God de man vrij.
 
                    
-