Zoon van Henoch 
vader van Lamech
grootvader van Noach,
7e generatie vanaf Adam
die hij tijdens z'n leven 
nog zelf heeft gekend.

Zijn vader kende
hij slechts 300 jaar,
een open afscheid
geen begrafenis,
God zelf nam hem op
en hij was niet meer.

Zijn kleinzoon Noach
timmerde wel 120 jaar,
aan wat moest worden
de ark van het behoud,
de hamerslagen klonken
als oordeelstonen in zijn oor.

Aanwezig bij oneindig veel
bruiloften en begrafenissen,
kindskinderen tot de
10e generatie gingen voorbij,
getuige van lief en leed
door de eeuwen heen.

Zijn naam betekent
'zijn dood zal brengen’
eindelijk voelde hij
zijn einde naderen,
in buitengewoon gezegende
ouderdom van 969 jaar,
op de 11e Cheshvan 1656 Anno Mundi
7 dagen voor de Zondvloed.

Methusalem,
millennial bij Gods gratie.