Door droefheid draaide 't denken rondom Hem,
het voorval van Zijn kruisdood, 't grof geweld,
daarover spraken twee van Hem, ontsteld,
op weg naar 'n dorp nabij Jeruzalem.

"Waar praat u over ?" hoorden zij een stem,
een Vreemdeling had hen stil vergezeld.
"Bent u die ene wie 't niet is verteld ?",
zo zeiden zij, niet één herkende Hem.

Hij nam het woord, betoogde lang en breed,
tot 't donker werd en Hij nog voort moest gaan,
wat hen Hem tot verpozen noden deed.

Bij 't breken van het brood zien zij Hem aan,
't was dàn dat Hij hun ogen opendeed,
die 't Licht toen zagen in een voortbestaan.

Verblijd zijn zij naar d'and'ren teruggegaan.....