Hij gaf de geest,
	het tempelvoorhang spleet,
	bloedspatten aan de rafels
	getuigen van Zijn doorgang
	naar de Vader
	tijdens het beven
	van de donkere aarde.
	Waarlijk,
	Hij was de Zoon van God.
	De aarde beeft opnieuw,
	een zware steen onthult
	een gapend en verlaten graf,
	bloedspatten aan de rafels
	van opgerolde banden
	getuigen stil.
	Waarlijk,
	de Zoon van God
	is opgestaan!
	U zult de Geest ontvangen,
	belooft de Zoon van God
	wanneer Hij op de wolken
	de aarde overstijgt,
	op weg gaat
	naar de Vader.
	Hij geeft de Geest,
	Zijn wind steekt op in vlagen,
	brengt ons te binnen
	wat Hij zei
	bij ’t geven van de geest
	in handen van Zijn Vader,
	het is volbracht!
	Ik luister naar de Geest
	en hoor; vier nu bevrijd
	vandaag en voor altijd
	het Pinksterfeest met Mij.
	Geef ik de geest,
	de Zijne,
	Hij is erbij.
 
                    
-