lieve
Luisteraar

en lichter
ging het zingen
in de aangezichten.
en langer was de zang
van al wat aan de aarde hing.
en dichter om dingen van de dag
die daagden te vragen om elkaars
zwaarten en aller last over te dragen.
eindelozer dan getijden konden loven
ooit telkenmale hoopvol opgenomen.
daar die kring der omringden
in een ommezien stil
onderving, zonder
weer vond waar
voor hij liefst
al lichter
ging.

Suizer