De Emmaüsgangers herkenden Jezus niet onderweg.
Ze waren vertwijfeld en onzeker.
Had de dood nu toch het laatste woord?
Hun Gast sprak over de schriften
en dat God naar zijn volk omziet en er naar hoort.

’s Avonds bij het breken van het brood
herkenden ze Hem pas
en zagen ze wie Hij was.
Wat een blijdschap de Heer was opgestaan uit de dood!

Waar houden wij onze blikken op gericht?
Herkennen wij in de ander Zijn gezicht?