Thomas,
hij hoort het bizar
verhaal, het zal
misschien
zo zijn,
maar van binnen
is het verdriet zo
sterk en de pijn.
 
Thomas,
hij gelooft zijn
vrienden niet,
pas dan
als hij de wonden
van de
kruisiging ziet.
 
Thomas,
zie hier mijn
handen, het bewijs
mijn dood is geen
misschien
maar de toegang
tot het paradijs.
 
Thomas,
door ontroering
overmand, knielt
neer op de grond
het is zijn Meester
die hem vond,
zacht stamelt hij:
 
mijn Here en mijn God.